Augustus 1983. Door: Jan Portengen
Slager Van Tol
Met enig wantrouwen lichtte ik de deksel van de vleespan. Er was immers een nieuwe slager in het dorp gekomen. Van Kesteren was een begrip, na hem Van Tol. Maar hoe zou die nieuwe worden, slager Timmers? Ik kon geen verschil proeven.Cornelis van Tol wilde geen slager zijn. Hoewel hij goed kon leren en er van droomde arts te worden, bleef hem na de lagere school weinig keus. Moeder maakte voor haar oudste zoon een keurige, witte jas en zo werd hij aan het werk gezet in de slagerij van de familie. Kees slingerde zich een weg op de mandfiets met