Ald Tún
Het gedeelte weg van De Buorren richting Nes heeft in de loop der tijden verschillende namen gekend. Het meest voor de hand liggend was de benaming tot Nesserwei, een naam die nu nog vaak wordt gebruikt voor het gedeelte buiten de dorpskom (in Nes heet dit stuk weg juist weer Nijtsjerksterwei !). Vóór de straatnaamgeving van 1975 werd dit straatje ook wel Vaartweg genoemd, vanwege de ligging aan de dorpsopvaart vanaf de Peazens naar de Opslag.
Rond 1865 werden er in de ‘knik’ van de weg huizen voor arbeiders gebouwd. Een van die huizen had als naam ‘It Roekenêst’ meegekregen omdat het door maar liefst 4 gezinnen tegelijk werd bewoond. In totaal herbergde dit groepje huizen het respectabele aantal van 17 gezinnen.
Oudere Easternijtsjerksters weten nog dat er op het westelijke gedeelte van deze weg volkstuinen gelegen waren waardoor het buurtje ook wel ‘De Tunen’ als naamsaanduiding meekreeg. Nadat de eerste huizen aan deze westkant vanaf 1933 werden gebouwd verdwenen de volkstuinen maar de benaming bleef bekend. Aan de oostzijde van de weg was in 1911 het kunstmestpakhuis van de firma Slagter en Zwart gebouwd met bijbehorende woningen voor de directie. Naast het pakhuis was de Opslag gelegen, door een opvaart verbonden met de Peazens en gebruikt door schippers die bijvoorbeeld turf of kunstmest naar het dorp brachten. In het pakhuis werden tijdens de Eerste Wereldoorlog Franse vluchtelingen opgevangen en in een van de directiewoningen was lange tijd de voorloper van de Rabobank gevestigd.
Toen in 1975 de straten in het dorp voor het eerst officiële namen kregen, werd teruggegrepen op het oude ‘De Tunen’ en zo ontstond de straatnaam Ald Tún. Dat ‘Ald’ komt door de Easternijtsjerkster gewoonte om voor veel dingen ‘âld’ te zeggen, ook de straatnaam Ald Each is zo ontstaan.
Ald Tún 1925.
In de vaart ligt het skûtsje van turfschipper Wiltje Rozendal; hij bracht vanuit de veenkoloniën de turf naar Easternijtsjerk. Met een handkar vervoerde hij de turf in het dorp, school en kerk werden met paard-en-wagen bediend. De loodsen links zijn in 1911 gebouwd als kunstmestpakhuis door de firma Slagter en Zwart. In de Eerste Wereldoorlog vonden 180 Franse vluchtelingen er een aantal maanden een veilig onderdak. De boerderij op de achtergrond is in 1832 gebouwd als Armhuis, het is als zodanig tot 1901 in functie geweest. Het meisje rechts vooraan op de foto is een dochter van de weduwe Kingma, uitgeefster van de foto. Zij staat op veel foto’s uit die tijd helemaal vooraan!