Pastorieboerderij, Tsjaerddyk 49
Naast de kerk in Folsgare staat een boerderij die de “pastorieboerderij “ wordt genoemd. Tijdens de kerstening van Fryslân, zo rond het jaar 750, werden er steeds meer kerken gesticht. Bij de stichting van de kerk hoorde een pastoriehoeve / boerderij. Dit was reeds in 819 bepaald in een handvest van Lodewijk de Vrome. Hij bepaalde dat bij elke te bouwen kerk een hoeve in vol bedrijf moest zijn gelegen, ten behoeve van het onderhoud van de pastoor. Het onderhoud van het pastoriegebouw in het algemeen, evenals van de kerk en toren, werd uit de kerkgoederen (patroons goederen) bekostigd. Vaak was de pastoor naast priester ook boer en zeker in Fryslân kwam het ook vaak voor dat hij een vrouw en kinderen had.
In Folsgare ligt de pastorieboerderij naast de huidige kerk. In 1511 is hij 48 pondemaat groot, wat duidt op een welgestelde parochie. Het land dat bij de boerderij hoort, ligt in de Nieuwlander polder ten noorden van de hoeve en in latere tijd zal het land in het Marlân ten zuiden van de Tsjaerddyk er aan
toegevoegd worden. In 1511 is het land verdeeld in ‘Grasland, Hoijland en Saedland’. Het ‘Grasland’ ligt tussen de Tsjaerddyk en het Middelpad. ‘Het ‘Hoijland’ ten zuiden van de Tsjaerddyk in ‘die Meeren’ met een klein perceel ten noorden van het kerkhof. Het ‘Saedland’ ligt langs het Middelpad.
Het voorhuis van de pastorieboerderij zal gebouwd zijn omstreeks de 16e / 17e eeuw. In het kerkarchief staat in het jaar 1746 de uitgaven post “Betaald voor onderhoud van huys van de Pastorije Zathe”.
De schuur van de boerderij is volgens een gedenksteen in de muur herbouwd in 1873. In het kerkarchief wordt een opmerking gemaakt dat de eerder gebouwde schuur door brand zou zijn verwoest.