Folsgare en de Barbarijse zeerovers
In het kerkarchief van Folsgare komt in het jaar 1751 en 1752 de uitgavenpost “betaald voor twee slaven” voor. Een aantal jaren later in 1769 nog een uitgaven post “betaald aan een slaaff”.
Dit zijn wel heel bijzondere uitgaven voor een kerk en ze roepen de vraag op: “Wat hebben de inwoners van Folsgare met slaven te maken” ?
In de geschiedenisboeken kunnen we lezen dat de Nederlandse zeelui vroeger veel last hadden van zeerovers of, zoals men ze toen noemde, kapers.
Het meest bekend zijn natuurlijk de kapers van Duinkerken. Maar er waren veel meer.
Tussen de 16e en de 19e eeuw bestaat er een gebied dat Barbarije genoemd wordt. De naam zegt al genoeg. Het land, Barbarije, is het land van de Berbers. Tegenwoordig kennen we dit gebied beter als Marokko, Algerije, Tunesië en Libië. Hoewel Barbarije taalkundig een geheel vormt, heerst er tussen de verschillende stammen verdeeldheid. De invoering van de Islam zorgt tijdelijk voor samenhorigheid. Dit is echter voor korte duur. In deze tijd worden onder andere de havensteden Algiers en Tunis de uitvalsbasis voor de beruchte Barbarijse zeerovers. Dit maakt dat de Middellandse Zee, de Noord Atlantische Oceaan en de Europese kustwateren zeer onveilig worden. De piraten enteren de schepen. Schip en bemanning worden meegenomen naar de thuishavens. De mensen worden vervolgens verkocht op de slavenmarkten.