De kerk in Folsgare vanaf 1864 tot heden
De kerk in Folsgare is genoemd naar de heilige Laurentius. Deze heilige was diaken bij paus Sixtus II en had de zorg over de vondelingen, armen en wezen. Kerken die genoemd zijn naar deze heilige, hebben vaak een hoge ouderdom.
De paus werd op 6 augustus van het jaar 258 gevangengenomen en onthoofd. Laurentius kon eerst nog ontkomen. Hij nam al het geld mee en verdeelde dat onder de armen. Kort daarna werd ook hij gepakt. Omdat de Romeins keizer Valerianus geldgebrek had, werd Laurentius uitgehoord. Toen bleek dat hij al het pauselijke geld had weggegeven, werd de keizer woedend. Hij liet Laurentius bewerken met gloeiende staven. Die liet echter niets los. Daarom werd hij op een rooster gelegd, waaronder een vuur werd opgestookt. Na enige tijd - zo wil althans de legende - riep Laurentius: ,,Keere mij om, er is slechts één zijde gaar!’’
Eind 18e eeuw is de kerk, gebouwd rond 1532, bouwvallig geworden en de onderhoudskosten nemen toe. Het gebouw is bovendien te klein geworden om alle kerkgangers altijd een plaats te kunnen geven. Het wordt tijd voor een nieuwe en grotere kerk.
In 1769 nodigen de kerkvoogden van Folsgare een predikant uit om met hem ideeën uit te wisselen hoe de nieuwe kerk er uit zou moeten zien. Via het toegangsbruggetje over de gracht gaan ze door de zuidingang, de manneningang, naar binnen.
Het eerste advies is dat de vrouweningang aan de noordzijde, die niet meer wordt gebruikt, kan vervallen. Dan staan ze in het midden van de kerk stil bij de preekstoel, die volgens de predikant beter achter in de kerk kan komen op de plek waar nu de graftombes van de Hobbe Zyarda en zijn vrouw Foeckel van Roorda staan. Als ze weer buiten staan en naar de toren kijken die in een zeer slechte staat verkeerd, adviseert de predikant om deze te vervangen door een slanke toren met spits.