Betty Friederika Glashouwer-Maarzen
Geboren te Amsterdam 5 mei 1916 – overleden te Auschwitz 19 november 1942
Betty is geboren in een Joods gezin. Vader was vermoedelijk een diamantslijper. Ze had drie broers. Betty was een vriendelijk meisje, dat van pianospelen hield. Betty was 23 jaar toen ze Wouter Glashouwer uit Woudsend leerde kennen. Wouter was in 1939 opgeroepen voor militaire dienst en gedetacheerd bij een regiment Huzaren in Amsterdam.
Wouter en Betty trouwden op 11 februari 1942 te Amsterdam. Ze gingen, met haar piano, inwonen bij de familie Glashouwer hier op de hoek. Het huis staat er niet meer. Wouter werkte bij boer Okma en Betty deed het huishouden. Zij vertoonde zich regelmatig op straat met jodenster.
In november 1942 kwam politie Attema aan de deur en vertelde Betty dat hij ze over een half uurtje op zou komen halen om naar Sneek te brengen, omdat ze een jodin was. Vluchten of onderduiken kwam bij Betty niet op, alhoewel dat wel gekund had. Betty dacht misschien, ik ben met een niet-jood getrouwd, ik zal wel gauw weer thuis zijn. Toen Attema voor de tweede keer kwam, stond Betty tot zijn verbazing al klaar met haar koffer. Attema kon niet anders dan haar te begeleiden naar Sneek.
Betty zou haar man Wouter nooit meer terugzien. Op 16 november werd zij op transport gesteld naar Auschwitz, waar ze bij aankomst direct om het leven werd gebracht. Slechts 9 maanden was Wouter met Betty getrouwd. Pas op 5 november 1950 werd het overlijden van Betty in het bevolkingsregister ingeschreven. Wouter is later hertrouwd, ging bij Philips werken en overleed op 51-jarige leeftijd.
Ook Betty`s ouders en haar broers ondergingen hetzelfde lot.