Dorpscanon van Grou
Metaalindustrie Van
der Ploeg en
Stork-Volma. De
volksmond heeft zijn eigen spraakgebruik, los
van officiële namen en titels.
In Grou waren er naast “it izerfabryk” (waarmee eerst Van
der Ploeg en
later Volma werd aangeduid),
“it houtsjefabryk” (Halbertsma) en
“it bûterfabryk” (de
zuivelfabriek).
De
metaalindustrie van
Stork-Bepak vindt zijn oorsprong in
de zuivelindustrie. Vanuit de smederij van
de gebroeders J.
en H.W. van der Ploeg werd begonnen met
de fabricage van maaimachines,
maar al in 1843 ging men
over op de productie van brandkasten, brandspuiten en zuivelwerktuigen. Deze waren van zo goede kwaliteit dat de
firma landelijke bekendheid kreeg.
Het
bedrijf stond aan de Stationsweg waar nu ongeveer het Kruidvat staat.
Vanwege de decentrale ligging in
Nederland werd het bedrijf in
1917 naar
Apeldoorn verplaatst.
Twee
werknemers, Jan
Boukes van
der Made en Tjitze Sjoerds de Vries, besloten in Grou te blijven en begonnen in een turfhok aan de Baai een reparatiebedrijfje op
de plaats waar nu ongeveer de woningen Tsjettelhûs 3 en
4 staan.
Twee jaar
later verhuisde de
firma Van der Made en De Vries naar de Minne Finne daar waar nu de Hellingshaven ligt. De naam wijzigde in
de loop der jaren via Bijlsma, Volma,
Stork – Volma,
Stork – Friesland tot Stork – Bepak.
Het
bedrijf bleef tot zijn einde in
1984 aan de Minne Finne. Toen vertrok het
en smolt samen met
de “Machinefabriek Wolvega”.
De
grootste omvang bereikte het bedrijf
begin jaren ‘80
met een kleine honderd werknemers. Daarmee is
het bedrijf een belangrijke werkgever geweest voor Grou en omgeving.
Deze informatie is ontleend aan:
K.J. Vrijling, Van
Spande Kont tot Minne Finne.
Zie o.a. ook de site van dorpsarchief Grou.